De geschiedenis van de oliebol
Het weer is koud en guur als de dagen kort zijn en de nachten lang in december. Maar de feesten brengen licht en warmte.
Al eeuwen is het eten van oliebollen typisch iets Nederlands. De eerste oliebol werd gegeten door de Bataven en de Friezen in het begin van onze jaartelling.
Oliebollen bestonden niet in de vroege Nederlandse geschiedenis voor de 17e eeuw. Het deeg werd in een klein bodempje vet gebakken waardoor je platte oliekoeken kreeg in plaats van oliebollen. De geschiedenis van deze oliekoeken gaat veel verder terug.
Het oudste fundament van de oliekoek in Nederland is te vinden bij de Bataven en Friezen, aan het begin van de Christelijke jaartelling. In de Middeleeuwen begon de oliekoek meer vorm te krijgen. Het was de gewoonte dat Kerstmis het einde vormde van een tijd van vasten die op 11 november met sint Maarten was begonnen. Het einde van deze vastentijd werd gevierd met oliekoeken die gemaakt werden van houdbare ingrediënten. Oliekoeken werden ook veelal genuttigd omdat zij rijk aan vet en calorieën waren en daarmee goed tegen de winterkou beschermden. Alle verse producten waren vaak al snel op en schaars in de winter. Daarom sloegen veel kastelen meel en olie in. Wanneer er geen andere vormen van voedsel meer aanwezig waren, werden de oliekoeken gemaakt en opgegeten. In de late Middeleeuwen ontstond de traditie om arme mensen die je een gelukkig nieuwjaar toewensten, een oliekoek te geven.
Toen er in de 17e eeuw betere handelscontacten waren door de komst van het kolonialisme en door betere economische omstandigheden in het algemeen, kon er voor gezorgd worden dat er meer en betere olijfolie kwam in de lage landen. Dit heeft tot gevolg gehad dat men meer olie kon gebruiken en het deeg dus de kans kreeg om een ronde vorm aan te nemen: de geboorte van de oliebol!
Pas in de 19e eeuw werd de oliebol een traditionele lekkernij rondom oud-en-nieuw. De koppeling aan deze periode is, naast het feit dat het voedzaam eten is in koude tijden, gebaseerd op het laat Middeleeuwse gebruik om de armen rond oud-en-nieuw op een speciale oliekoek/bol te trakteren.
Het oudst bekende recept stamt uit 1667 en stond in het kookboek ‘de verstandige kock’. Maar dat is eigenlijk nog steeds een oliekoek.
Een ander leuk weetje: er bestaat geen woord in een andere taal voor ‘onze’ oliebol.
En heb je na oud-en-nieuw nog oliebollen over, dan kun je deze bewaren in de vriezer, om op een ander moment weer van te genieten.
M2